Structurele bekostiging deelname aan PaTz groepen
De bekostiging van deelname aan PaTz groepen staat hoog op de agenda van het bestuur van stichting PaTz en het landelijk team PaTz. Helaas is bekostiging van de PaTz groep bijeenkomsten -nog steeds- niet structureel geregeld en veelal niet kostendekkend. Huidige financieringsvormen, zoals de S3 gelden of de regioprestatie voor de bekostiging van de huisarts, zijn van tijdelijke aard. En veelal kan de wijkverpleegkundige geen kosten declareren voor deelname aan de PaTz bijeenkomsten.
De NZa geeft in het rapport ‘Samenwerken in de palliatieve zorg. Zorg rondom de patiënt (2018)’ aan dat er binnen de huidige bekostiging al veel mogelijk is, maar dat de uitvoering daarvan niet eenvoudig is: ‘bekostiging is monodisciplinair ingericht en zeker het bekostigen van (transmurale) samenwerking en coördinatie is een complexe aangelegenheid’. Bekostiging van de palliatieve zorg / PaTz groepen is dan ook complex, mede omdat het over de -financiële- schotten in de zorgsector heen gaat.
Het landelijk project TAPA$ (ondersteund door PZNL) heeft zeven initiatieven in transmurale palliatieve zorg. Dit project beoogt inzichtelijk te maken wat de kwaliteit van zorg is in de zeven geselecteerde initiatieven en hiervoor passende bekostiging te ontwikkelen. Lees hier meer informatie over dit project
Stichting PaTz is nauw betrokken bij dit project en op dit moment vinden in twee regio’s gesprekken met de zorgverzekeraar plaats om vanuit PaTz te onderzoeken of aangesloten kan worden bij een landelijke beleidsregel innovatie die door de NZa is afgegeven op 1 januari jl. (looptijd van drie jaar). Helaas blijkt de praktijk redelijk weerbarstig om te kunnen komen tot goede, haalbare en in de praktijk uitvoerbare afspraken.
Eén en ander neemt niet weg dat wij ons blijven inzetten voor een structurele financiering van PaTz groepen, o.a. via VWS en andere gremia.
Hiertoe hebben wij de inzet en ervaringen vanuit de PaTz groepen nodig. Dit, zodat wij blijvend de toegevoegde waarde van PaTz groepen en haar bewezen effectiviteit kunnen onderbouwen en uitdragen om zo de palliatieve zorg in de eerste lijn zo goed mogelijk te laten verlopen.